Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in hoger beroep een gevangenisstraf van 14 jaar geëist tegen een 41-jarige man zonder vaste woon- of verblijfsplaats. Hij wordt ervan verdacht in 2017 bij Aquabest de 33-jarige Yassine Majiti te hebben doodgeschoten. Daarnaast wordt hij verdacht van poging doodslag op de beveiliger die het slachtoffer op het moment van het schieten vast had.
Schieten
Het is een zondagavond en in Beachclub Sunrise vindt een maandelijks salsafeest plaats. Gedurende de avond zijn er meerdere opstootjes tussen mannen uit de groep waar het latere slachtoffer bij hoort en mannen uit de groep waar de verdachte toe behoort. Wanneer het feest bijna is afgelopen, zo tegen middernacht, wordt het onrustig. Een aantal mannen raakt op de parkeerplaats met elkaar in gevecht. Het slachtoffer zou op verdachte, die op dat moment bij zijn auto staat, afgerend zijn. Yassine wordt tegengehouden door een beveiliger. De verdachte schiet, in de visie van het OM, op dat moment met zijn vuurwapen op de grond en vervolgens gericht op het hoofd van Yassine. Verdachte slaat op de vlucht en schiet, wanneer hij achtervolgd wordt door vrienden van het slachtoffer, in de lucht.
Hoger beroep
De rechtbank Den Bosch veroordeelde verdachte vorig jaar tot een gevangenisstraf van 12 jaar. Het OM had een gevangenisstraf van 16 jaar geëist voor poging doodslag maar de rechtbank oordeelde dat sprake was van een noodweersituatie en kwam zodoende tot een lagere straf. De verdachte mocht zich dus verdedigen maar de wijze waarop verdachte dat heeft gedaan was buiten proportioneel. Zowel verdachte als het OM zijn tegen de uitspraak in hoger beroep gegaan.
Geen noodweer
Het OM meent dat er geen sprake geweest kan zijn van noodweer, omdat er geen noodzaak tot verdediging was nu het latere slachtoffer werd vastgehouden door een beveiliger en er dus geen gevaar voor een wedderechtelijke aanranding (meer) bestond. Verdachte had zich bovendien aan de situatie kunnen onttrekken. Uit camerabeelden blijkt dat verdachte op rustige wijze is vertrokken uit de club en vervolgens zijn vuurwapen al uit zijn auto pakte, nog voordat sprake was van een ruzie op de parkeerplaats. Tevens waren er meerdere beveiligers op de parkeerplaats aanwezig die –als professionals- bezig waren met de-escalatie op het terrein. De advocaat-generaal: “Ik houd er ernstig rekening mee dat verdachte [..] geen bedoeling had om te vertrekken maar integendeel, bij wijze van vereffening, het wapen uit de auto heeft gehaald en op Yassine geschoten heeft zodra deze in zijn buurt kwam”.
Ernst van de feiten
Het OM verwijt verdachte naast het schieten op Yassine Majiti ook de kans te hebben aanvaard dat de beveiliger, die het slachtoffer vasthield, dodelijk geraakt zou worden. “Verdachte heeft daarmee onnoemelijk leed toegebracht aan de nabestaanden van Yassine Majiti en het leven van de beveiliger volledig op zijn grondvesten doen wankelen. [..] Deze zaak illustreert de risico’s van wapenbezit. Mensen met een wapen kunnen dit gaan gebruiken. [..] Er is geen enkele reden die rechtvaardigt wat verdachte heeft gedaan”, zo benadrukte de advocaat-generaal op zitting de ernst van de feiten, alvorens de strafeis tegen verdachte uit te spreken.