In opdracht van de politie hebben de Universiteit Maastricht, TNO en het LUMC onderzoek uitgevoerd naar de aantoonbaarheid van lachgas in adem en bloed, evenals de invloed ervan op de rijvaardigheid. De resultaten wijzen uit dat het gebruik van lachgas minstens een uur detecteerbaar is in adem en bloed, waarbij de impact op de rijvaardigheid zeker 45 minuten aanhoudt.
De politie nam het initiatief voor dit onderzoek vanwege het vermoeden dat lachgas een rol speelt bij een aanzienlijk aantal verkeersongevallen met dodelijke afloop of zwaargewonden. Tot nu toe was het echter lastig om lachgas aantoonbaar te maken in het lichaam, wat handhaving bemoeilijkte.
De resultaten van het onderzoek worden door de politie gezien als een belangrijk startpunt voor de ontwikkeling van een meetinstrument waarmee agenten effectiever het verbod op lachgasgebruik in het verkeer kunnen handhaven.
Volgens de onderzoekers kan de detectie van lachgas in adem en bloed worden uitgevoerd met behulp van infrarood-gebaseerde detectieapparatuur. Ze benadrukken echter dat verder onderzoek nodig is om exact vast te stellen hoelang lachgas meetbaar blijft na inhalatie, aangezien op dit moment alleen bekend is dat dit tot minstens een uur na gebruik het geval is.
Daarnaast moet in vervolgonderzoek worden bepaald bij welke grenswaarde de invloed van lachgas op het rijgedrag als te groot wordt beschouwd. Hoewel de onderzoekers aangeven dat het tijdens de kortdurende roes van lachgas onmogelijk is om een auto te besturen, is het nog niet duidelijk welke aspecten van de rijvaardigheid worden aangetast en in welke mate.
Momenteel kan de politie alleen ingrijpen bij lachgasgebruik in het verkeer als er bijvoorbeeld lachgascilinders of ampullen in de auto worden aangetroffen. Het nieuwe onderzoek opent mogelijk de deur naar een effectievere handhaving van het verbod op lachgasgebruik in het verkeer.