Het Openbaar Ministerie heeft een voorwaardelijke celstraf van 1 maand geëist tegen een politieagent die in juli vorig jaar tijdens een boerenprotest het vuur opende op de cabine van een rijdende tractor. De agent vreesde voor zijn leven, aangezien hij dacht dat de jonge bestuurder over hem heen zou denderen. Het OM verwijt de agent poging tot doodslag.
Volgens de officier van justitie had de agent niet mogen schieten, omdat er geen daadwerkelijk gevaar was dat de tractor op hem zou inrijden. “Hij dacht het misschien, maar dat was niet het geval. Hij had echt anders moeten en kunnen handelen,” verklaarde de officier. De agenten voelden volgens de aanklager de machteloosheid en frustratie van de boeren, maar het gebruik van vuurwapens uit onmacht is onacceptabel.
De 16-jarige tractorbestuurder, Jouke, ontsnapte aan fysieke verwondingen doordat de kogel de deur van de cabine raakte. Desondanks heeft het incident een grote impact gehad op Jouke en zijn gezin. Zestien maanden later zijn ze nog steeds in therapie, met zowel Jouke als zijn broer die last hebben van paniekaanvallen.
De agent, die meer dan 40 jaar bij de politie werkt, erkende achteraf dat hij anders had moeten handelen. Hij verklaarde dat hij de identiteit van de bestuurders wilde controleren en hooguit een bekeuring wilde uitschrijven. Echter, toen Jouke de rotonde opreed, ontstond er volgens de agent een dreigende situatie waarbij hij vreesde voor gewonden onder zijn collega’s of omstanders.
De agent was niet aanwezig in de rechtszaal vanwege bedreigingen en sprak via een videoverbinding met een vervormde stem. De officier van justitie had gehoopt op meer zelfinzicht van de verdachte en betreurde het gebrek aan excuses. Ondanks de fout, benadrukte de officier dat de agent een uitstekende politieman is, maar dat dit hem niet ontslaat van verantwoordelijkheid voor zijn handelen.