Een 54-jarige man uit Kaatsheuvel, beschuldigd van herhaaldelijke gewelddadige verkrachting van zijn partner, dreigt vrijuit te gaan. Dit is naar voren gekomen tijdens de rechtszaak waaruit bleek dat de politie een vertrouwelijk gesprek met een gezinsbegeleider had opgevraagd, ondanks een verbod van de rechter.
Vrijdag bracht advocaat Suzanne Brinkman deze kwestie naar voren in de rechtbank in Breda, kort nadat de officier van justitie een gevangenisstraf van drieënhalf jaar eiste, waarvan één jaar voorwaardelijk. De vrouw had verklaard dat ze gedurende 2020 herhaaldelijk verkracht was door haar partner, van wie ze eind dat jaar scheidde. Ze beschuldigde hem van grensoverschrijdende seksuele handelingen en noemde hem een “monster”. De vrouw vermeldde dat het misbruik van de dochter van de man – uit een vorige relatie – door haar broer de aanzet zou zijn geweest voor zijn gedrag. Zij citeerde: “Jij wilde seks, dus er kwam seks. Want mijn broer had jouw dochter misbruikt.”
Het paar zocht hulp bij Impegno, een organisatie die ondersteuning biedt aan gezinnen in nood. Daar voerden ze vertrouwelijke gesprekken. Daarin gaf de man enkele feiten toe. Bij de politie ontkende hij echter dat er sprake was van onvrijwillige seks, en herhaalde dit vrijdag in de rechtbank.
Voor officier van justitie Mark de Graaf was het verslag van deze gesprekken het belangrijkste bewijsmateriaal. Echter, voor het opvragen van een dergelijk vertrouwelijk gespreksverslag is goedkeuring van de rechter-commissaris vereist, zoals advocaat Brinkman opmerkte. ,,En die is niet in het dossier.’’
Na deze opmerking stuurde de officier meteen de beslissing van de rechter-commissaris naar de rechters en de advocaat. Brinkman constateerde dat het opvragen van het gespreksverslag inderdaad niet was toegestaan. ,,En toch vragen rechercheurs het de volgende dag op.”
Met zichtbare schaamte gaf de officier toe dat de advocaat gelijk had. ,,Dit was absoluut niet de bedoeling.” Hij verzocht de rechtbank het gespreksverslag uit te sluiten van het bewijs, wat mogelijk kan leiden tot onvoldoende bewijs.
De uiteindelijke beslissing ligt bij de rechtbank, die op 16 juni uitspraak zal doen.