Landen staken hun reddingsoperaties in het aardbevingsgebied in Turkije door onderling geweld tussen Turken. Na Oostenrijk besloot ook Duitsland de inzet te onderbreken.
Het team van het Oostenrijkse leger spreekt van een steeds moeilijkere veiligheidssituatie, melden Oostenrijkse media. “Het verwachte succes van een levensredding staat niet in een redelijke verhouding tot het veiligheidsrisico”, aldus de strijdkrachten. Zij wijzen op toenemende agressie in Turkije. Er zou zelfs zijn geschoten, echter niet op de Oostenrijkse hulpverleners. Het team opereert net als andere buitenlandse rampenbestrijdingseenheden vanuit een basiskamp in de Turkse provincie Hatay.
De Duitsers zullen alleen nog uitrukken als er concrete aanwijzingen zijn dat iemand levend kan worden gered. Zij constateren steeds meer woede bij Turken door het groeiende gebrek aan water en levensmiddelen.
Ondertussen komen er meldingen uit het rampgebied over confrontaties tussen bewapende plunderaars en de politie. Bij Kahramanmaras zou een groep van zes het vuur hebben geopend. Agenten konden hen “neutraliseren”, melden Turkse media. De Turkse president Recep Tayyip Erdogan heeft benadrukt dat de overheid actie zal ondernemen tegen degenen die betrokken zijn bij plunderingen en andere misdaden. “We hebben de noodtoestand uitgeroepen”, zei hij tijdens een bezoek aan het rampgebied. “Dat betekent dat mensen die vanaf nu betrokken zijn bij plunderingen of ontvoeringen moeten weten dat de staat hen stevig zal aanpakken.”
Nederlands team zoekt door
Het Nederlandse zoek- en reddingsteam USAR geeft tegenover ANP ook aan te merken dat de sfeer in Turkije grimmiger wordt, maar ze blijven doorzoeken. “We merken wel dat de sfeer op straat verandert”, laat Jop Heinen van het Nederlandse team weten. De Nederlanders zijn net als de Duitsers en Oostenrijkers actief in het zwaar getroffen Hatay. “We houden er rekening mee in onze werklocaties en tijden. We merken ook dat de aanwezigheid van een tolk bij iedere reddingsgroep echt van grote meerwaarde is om de situatie te duiden”, zegt hij.
Volgens hem is er dit moment geen reden om eerder te stoppen, maar wordt in de gaten gehouden hoe de situatie zich ontwikkelt. “De veiligheid van het team staat voorop.”