Het dodental van de zware aardbevingen gisteren Turkije en Syrië is opgelopen tot ruim 7200, melden persbureaus waaronder AP.
In Turkije is het aantal doden gestegen naar 5434 meldt de Turkse minister van Volksgezondheid. In Syrië zijn volgens reddingswerkers en de autoriteiten tot nu toe ruim 1800 doden gevallen.
Volgens staatspersbureau SANA kwamen ten minste 812 mensen om het leven en raakten 1449 gewond in de door de overheid gecontroleerde provincies Aleppo, Latakia, Hama, Idlib en Tartous. In het noordwesten van het land, waar de regering niet de macht heeft, zijn volgens hulporganisatie de Witte Helmen tot nu toe meer dan 1020 mensen omgekomen. De hulporganisatie denkt dat de aantallen “drastisch zullen toenemen”.
Race tegen de klok
In het gebied, waar sneeuw ligt en de temperatuur regelmatig tot onder het vriespunt zakt, is het een race tegen de klok om overlevenden onder het puin vandaan te halen. Volgens de Turkse vicepresident Oktay zijn tot nu toe meer dan 8000 mensen levend gered. Zo’n 380.000 mensen in Turkije zijn volgens hem gevlucht naar door de overheid aangewezen schuilplaatsen en hotels.
Vanuit de hele wereld wordt hulp aangeboden. Zo is een Nederlands zoek- en reddingsteam aanwezig in de Turkse regio Hatay. Dat team bestaat uit 65 mensen en acht reddingshonden met ongeveer 15 ton aan materieel zoals infraroodcamera’s om te zoeken naar slachtoffers.
Ook onder meer Japan en Rusland sturen reddingsteams. De Verenigde Arabische Emiraten zegden 93 miljoen euro aan financiële hulp toe aan Turkije en Syrië en ook onder meer Australië en Nieuw-Zeeland hebben financiële steun toegezegd. Qatar stuurt 10.000 containerwoningen naar de rampgebieden, meldt de Turkse krant Hürriyet.
Eerder vandaag schatte de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) dat zo’n 23 miljoen mensen in Syrië en Turkije zijn getroffen door de aardbevingen en naschokken van gisteren en vandaag. Onder deze mensen zijn volgens de organisatie 1,4 miljoen kinderen.