De voorzitter van de ondernemingsraad in de Tweede Kamer is blij dat er een onafhankelijk onderzoek komt naar oud-Kamervoorzitter Khadija Arib. Hij zegt de klachten over grensoverschrijdend gedrag tegenover toenmalige ambtelijke medewerkers eerder te hebben gehoord.
“Ik herken de signalen”, zegt de voorzitter, Michel Meerts. “Bij ons is meerdere malen aangekaart dat mensen leden onder dit management.” Volgens hem is dat mogelijk ook een van de redenen waarom er nu al onderzoek wordt gedaan naar de sociale veiligheid in de Tweede Kamer, schrijft NOS.
De NOS sprak overigens ook verschillende oud-medewerkers van Arib die volledig achter haar staan en het oneerlijk vinden dat er zo lang na haar vertrek als Kamervoorzitter een onderzoek wordt ingesteld.
“Iedereen wist dat ze niet makkelijk was, maar dan had je daar eerder wat over moeten zeggen”, zegt één van hen op anonieme basis. “Niet veel later, nu ze voorzitter is van de parlementaire enquêtecommissie die onderzoek doet naar corona.”
‘Schrikbewind’
NRC meldde gisteravond dat het dagelijks bestuur van de Kamer, het presidium, een onafhankelijk onderzoek wil instellen naar het gedrag van Arib als leidinggevende in haar periode als Kamervoorzitter, van 2016 tot 2021.
In twee anonieme brieven wordt zij beschuldigd van “machtsmisbruik”, het voeren van een “schrikbewind” en het creëren van een “onveilige werkomgeving”.
PvdA-Kamerlid Arib zelf reageerde telefonisch woedend op de aantijgingen. Zij vindt dat haar opvolgster, ook voorzitter van het presidium, Vera Bergkamp haar “voor de bus” heeft gegooid.
Aangifte doen
Bergkamp zei vanmorgen in een korte verklaring dat zij die beschuldiging verre van zich werpt. Volgens haar was het presidium unaniem in het besluit om een onafhankelijk onderzoek te laten doen.
Ze zegt dat het presidium zorgvuldig te werk is gegaan en “uitgebreid” met de landsadvocaat heeft overlegd. Dat diens advies naar NRC is uitgelekt, vindt ze zeer betreurenswaardig,
Kamerleden hebben haar gevraagd of ze aangifte wil doen van het lekken. Zij gaat dat overleggen met de andere leden van het dagelijks bestuur.