Opnieuw is in Nederland een rechterlijke dwaling vastgesteld: de zaak van de Rosmalense flatmoord. Het gerechtshof in Arnhem sprak vanmiddag de 64-jarige Rob B. vrij van doodslag op zijn vriendin. De voormalige verdachte heeft veertien jaar onterecht vastgezeten.
Rob B. werd ruim vijftien jaar geleden door zowel de rechtbank als het gerechtshof veroordeeld voor doodslag op de 37-jarige Regie van den Hoogen. Ze woonden samen in Rosmalen en hadden allebei psychische problemen.
Op 10 april 2000 belde B. de politie dat hij zijn partner dood had aangetroffen. Haar keel was doorgesneden. Volgens deskundigen was het onwaarschijnlijk dat ze dit zelf had gedaan. Onder andere bloedspetters op de kleding van Rob B. zouden bewijzen dat hij de dader was.
Rob B. werd volledig ontoerekeningsvatbaar verklaard en veroordeeld tot tbs met dwangverpleging. Na vijf jaar voorarrest zat hij negen jaar lang in een tbs-kliniek. In 2017 was hij uitbehandeld.
Twijfel
Ondanks de veroordeling bleef er altijd twijfel over de zaak. Een herzieningsverzoek van de advocaat van B. leidde uiteindelijk tot nieuw onderzoek. Ditmaal concludeerde het Nederlands Forensisch Instituut dat zelfdoding het meest waarschijnlijk was.
Bovendien lag er een nieuwe verklaring van een huisarts, waaruit bleek dat Regie van den Hoogen vanwege waanideeën mogelijk een reden had om zichzelf te verwonden. Ze vroeg de arts kort voor haar dood om iets uit haar hals te snijden.
Deze inzichten leidden ertoe dat het Openbaar Ministerie twee weken geleden om vrijspraak vroeg. Het OM plaatste de zaak zelf al in het rijtje rechterlijke dwalingen, waar ook de Puttense moordzaak en de Schiedammer parkmoord in staan.