Er zijn nog meer gevallen van een onbekende variant van hepatitis vastgesteld bij jonge kinderen. Dat meldt het Europees Centrum voor Ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) dinsdag. Vorige week opende de Wereldgezondheidsorganisatie WHO al een onderzoek naar gevallen van ernstige hepatitis bij enkele tientallen kinderen, vooral in het Verenigd Koninkrijk.
Na de melding van gevallen van acute hepatitis van onbekende oorsprong door het Britse bureau voor de bescherming van de gezondheid zijn nog meer gevallen bij kinderen gemeld in Denemarken, Ierland, Nederland en Spanje. Ook in de staat Alabama in de Verenigde Staten zijn negen gevallen gemeld bij kinderen tussen één en zes jaar. Zij testten allemaal positief op het adenovirus. “Deze gevallen worden onderzocht. Op dit moment is de exacte oorzaak van de hepatitis bij deze kinderen nog onbekend”, aldus het ECDC in een persbericht. Volgens de eerste resultaten uit Groot-Brittannië, waar de meeste gevallen opdoken, ligt de oorzaak waarschijnlijk bij een infectie.
Deze hepatitis treft vooral kinderen jonger dan tien jaar en uit zich door symptomen als geelzucht, diarree, braken en buikpijn. In sommige gevallen moesten de patiënten overgebracht worden naar een dienst gespecialiseerd in leverziekten en enkele kinderen moesten een levertransplantatie ondergaan.
Aangezien de gebruikelijke hepatitisvirussen (A tot E) bij de getroffen kinderen niet zijn opgespoord, hebben de Britse gezondheidsautoriteiten aangegeven dat zij de hypothese van het adenovirus onderzoeken, net als andere mogelijke oorzaken, zoals Covid-19, andere besmettingen en milieufactoren. Bij verschillende besmette kinderen werd het coronavirus en/of het adenovirus vastgesteld, maar “hun rol in de ontwikkeling van de ziekte is nog niet duidelijk”, kondigde de WHO vorige week aan.
Er is geen enkel verband gevonden met één van de coronavaccins. Tot nu toe werd ook geen enkele andere epidemiologische risicofactor, zoals een recente reis naar het buitenland, geïdentificeerd.