Wij hebben de mooiste baan van de wereld. Maar soms is het ook heftig. Geweld, zelfmoord, zware verkeersongelukken. In deze rubriek “De dag van …” vertellen politiemensen over die ene dag die ze nooit zullen vergeten. Deze week: Hondengeleider Bart moet naar een melding vanwege meerdere zwaar verwaarloosde honden. ‘Dit soort vreselijke taferelen zie je alleen op tv.’
‘Ik kan goed met honden omgaan, daarom vraagt de dierenpolitie me mee naar een melding van verwaarloosde honden. We staan nog maar net voor het huis of twee pitbulls achter het raam slaan aan. Ze grommen, blaffen en gedragen zich agressief. Ik zie ook dat hun nagels lang zijn. Ze lopen zelfs onder hun voetzolen door. Wat moet dat vreselijk pijn doen! Deze dieren zijn er slecht aan toe, dat heb ik meteen door. Om binnen te komen, loop ik achterom, waar allerlei troep ligt; spul dat ik direct herken als materiaal voor hennepteelt. Er is hier meer aan de hand dan alleen de verwaarloosde dieren. De honden blijven tekeer gaan. Als ik naar binnen kijk zie ik geen kraan en de waterbakken van de honden zijn leeg. Wel zit er condens op de ramen, waaraan de honden likken. Later kom ik erachter dat het urinecondens is.
Nu ik beter kijk, zie ik dat de honden uitgemergeld zijn. Alsof iets ze van binnen verteert. Ook ligt de vloer vol ontlasting. De stank is ondragelijk. Dit zie je eigenlijk alleen op tv bij Animal Cops. Ongelooflijk dat er mensen zijn die dieren zó aan hun lot overlaten. We forceren de deur en ik ga naar binnen. Eerst naar boven, om te kijken of daar iemand is. Op de trap voel ik de warmte al en hoor ik het gezoem van ventilatoren. Er blijkt inderdaad een hennepkwekerij te zijn, van een paar honderd planten. Ik laat het even voor wat het is. Beneden zet ik de deur naar de kamer op een kier, met mijn voet er stevig tegenaan, want de honden vliegen me aan. Ik ben veel gewend, maar het is toch schrikken. Hoe krijg ik ze rustig, spookt het door mijn hoofd. In de hal staat gelukkig een zak hondenbrokken, die ik brokje voor brokje door de opening gooi. Het werkt. Ze vreten het voer gretig op en kalmeren. Ik kan zelfs naar binnen, aai ze en spreek ze lief toe. Langzaam verdwijnt hun agressie. Het is alsof ze weer een baasje hebben dat ze vertrouwen.
Ik lijn de honden aan en breng ze naar buiten, naar de dierenambulance die klaarstaat. Dan horen we binnen, uit de keuken, nog meer geblaf. Daar vinden we twee andere pitbulls die er mogelijk nog slechter aan toe zijn dan de eerste. Beide zijn ernstig verzwakt en hebben al hun ontlasting laten lopen. Ook hun nagels zijn te lang. Bij één steekt het heupbot zelfs dwars door het vel. De dierenarts durft ze nauwelijks aan te raken. Het is enkel vacht en bot. De honden laten zich zonder enige weerstand wegvoeren, alsof ze voelen dat ze gered zijn.
Van de vier honden heeft uiteindelijk één het niet overleefd. De collega’s van de dierenpolitie en ik zijn nog naar de zitting gegaan. De eigenaar van de honden had financiële zorgen en is daarom die kwekerij begonnen. De honden moesten de boel bewaken. Hij kwam alleen langs om de oogst te controleren. De rechter rekende hem het dierenleed zwaar aan. Ik begrijp het nog steeds niet. Als je beesten zo aan hun lot overlaat, hoe kun je dan nog rustig slapen?’