De afgelopen week is het aantal positieve tests dat werd gemeld bij het RIVM met 8 procent gedaald. Dat is een aanzienlijk beperktere daling dan de week daarvoor, toen het aantal besmettingen met 21,5 procent omlaag ging. Met 204 besmettingen per 100.000 inwoners zit Nederland nog altijd in de “ernstige fase van de epidemie”, benadrukt het RIVM.
Het percentage positieve tests bleef stabiel op 11,7 procent. Het aantal opnames in de ziekenhuizen daalde wel iets naar 1264, 182 minder dan een week eerder. Er waren veertien IC-opnames minder.
Britse variant heeft ‘R’ van 1,27
Het reproductiegetal was op 8 januari 0,93, wat betekent dat 100 mensen met een infectie 93 anderen aansteken. Bij een R-getal onder de 1 daalt het aantal zieke mensen. Het gaat om een lichte daling ten opzichte van een week eerder, toen de R 0,98 was.
Kabinet en Outbreak Management Team maken zich vooral zorgen over de mutaties van het virus vanuit andere landen. Het RIVM schat dat van de Nederlanders die de afgelopen week besmet raakten, ruim eenderde de Britse variant heeft, die besmettelijker is. Om precies te zijn lijkt het R-getal voor de Britse variant op 8 januari 1,27 te zijn geweest. Het R-getal van de ‘oude variant’ was ongeveer 0,89, denkt het RVIM.
Het gaat bij het R-getal van 8 januari dus om een gemiddelde van de twee varianten die momenteel in Nederland vooral worden aangetroffen. Het RIVM spreekt van twee epidemieën.
Zuid-Afrikaanse variant
De zogenoemde Zuid-Afrikaanse variant is inmiddels veertien keer in Nederland aangetroffen. De meeste mensen met deze besmetting zijn in Zuid-Afrika geweest, of zijn in contact geweest met iemand die daar vandaan komt. Van de Zuid-Afrikaanse variant is nog niet zeker of de bestaande vaccins er bescherming tegen bieden.