Op een stormachtige zondagmiddag in maart ondersteun ik twee automobilisten van een kleine aanrijding met het invullen van schadeformulieren. Mijn dienst zit er bijna op als ik plotseling schrik van een enorme klap achter me op de kruising. Het is zo’n geluid waarbij je gelijk beseft dat het foute boel is. Ik zie overal brokstukken door de lucht vliegen en over de grond schuiven.
Terwijl ik naar de kruising ren, stel ik de meldkamer op de hoogte en vraag ik om assistentie. Ik zie een zwaar beschadigde auto aan de zijkant van de weg staan. Onderweg zie ik andere automobilisten uit hun voertuigen stappen en ik zie schrik en vertwijfeling in hun ogen. Wat hebben zij gezien?
Amper vijftien seconden na de klap arriveer ik bij de gecrashte auto. Iets verderop zie ik nu ook een andere beschadigde auto staan. Ik besluit eerst bij de gecrashte auto te kijken en open de bestuurdersdeur. Achter het stuur zit een man in shock met een hoofdwond en daarnaast zijn vrouw die ook in shock is. Ik vraag naar hun verwondingen, maar dan zegt de vrouw opeens: ‘Zijn jullie achterin okay?’ Mijn hart slaat over… achterin? Ik open het achterportier en zie tot mijn grote schrik twee kleine jongens over elkaar heen liggen. Ze bewegen niet.
Via mijn portofoon hoor ik dat de hulp onderweg is. Gelukkig! Mijn prioriteit is nu vaststellen hoe het met de jongens gaat. De andere deur is door de schade geblokkeerd en daarom moet ik zelf de auto inkruipen om te kijken wat hun letsel is. Ik zie meteen dat beide jongens zwaargewond zijn en doe een eerste check: gelukkig, de eerste jongen ademt! Terwijl ik voorzichtig over hem heen klim om bij de andere jongen te komen begint de jongen onder mij te bewegen. Een goed teken, maar dat geldt helaas niet voor de andere jongen. Ik twijfel namelijk of hij nog ademt.
Iemand reanimeren in een auto is geen optie en dus moet hij eruit. De enige mogelijkheid om dat te doen is door de eerste jongen uit te auto te tillen. Ik maak de gordels los en til hem uit de auto. Ik kan niet anders dat hem op de natte straat leggen in de stromende regen. Het voelt zo fout, en alles in mij schreeuwt dat het niet hoort, maar ik weet dat ik geen keuze heb. Gelukkig zie ik dat er omstanders zijn die zich over de jongen ontfermen.
Dan til ik de andere jongen uit de auto. Hij is er echt slecht aan toe en ondanks mijn basiskennis van EHBO en 15 jaar politie ervaring voel ik een sterk gevoel van machteloosheid opkomen.
Gelukkig arriveren de eerste collega’s. Eén van hen sluit zich bij mij aan om zich samen met mij over de kleinste jongen te ontfermen. Ik zie twee andere collega’s naast de andere jongen knielen en ook hun ouders hebben inmiddels zelf de auto kunnen verlaten. Zij splitsen zich op om bij hun kinderen te kunnen zijn. Het is hartverscheurend. Gezamenlijk doen we wat we kunnen in afwachting van het ambulancepersoneel, dat gelukkig snel hierna arriveert. Iedereen zet alles op alles om de jongens volgens het ‘scoop and go’ principe zo snel mogelijk naar het ziekenhuis te brengen. Ook de ouders worden daarheen gebracht.
Nu de eerste chaos voorbij is druppelt langzaam het besef binnen. Normaal kan je je tijdens de rit enigszins voorbereiden op een heftige melding, maar dat is nu toch echt anders.
Dat geldt ook voor één van de getuigen die doorweekt van de regen naast me staat. Zij heeft (samen met andere getuigen en omstanders) echt goed geholpen en woont een paar straten verderop. Ik besluit haar nog even naar huis te brengen voordat ik zelf naar het bureau rijd. Als we binnenlopen wordt ze rustig opgevangen door haar man en kinderen. Uiteraard is er emotie, maar ze zitten straks wel samen aan de eettafel. Hoe anders zou dat gaan worden voor het andere gezin?
De volgende dag bereikt ons het trieste bericht dat het jongste slachtoffertje het ongeval niet heeft overleefd. Zijn iets oudere broer heeft ook voor zijn leven moeten vechten maar zal, naar later blijkt, gelukkig op wonderbaarlijke wijze herstellen.
Later realiseer ik me dat ik getuige ben geweest van een zware klap. Bij de politie noemen we dat ‘klapgetuige’; als je de klap hebt gehoord maar de aanrijding niet heb gezien. Dit maal was ik die klapgetuige en het was een van de heftigste die ik ooit heb meegemaakt.