Den Haag – Tijs (24) komt uit een echte politiefamilie. Naast zijn vader Bart (54) werkten ook zijn moeder en opa bij de politie. Zijn vader werkt voor een eenheid in het noorden van het land en Tijs werd, net als hem, politieagent. Hoe voelt dat, als je vader ook je collega is? En wat vinden ze van elkaar als politieman?’ Bart: ‘Dat enthousiasme en die ambitie herken ik.’
Heeft je vader je geïnspireerd om voor dit vak te kiezen?
Tijs: ‘Ik ben groot geworden met politieverhalen en het was voor mij vanzelfsprekend om er zelf ook te gaan werken. Al heb ik wel een omweg gemaakt via de Koninklijke Marechaussee. Maar de politie lonkte. Vorig jaar ben ik overgestapt en aan de slag gegaan als aspirant (politiestudent).’
Wilden jullie altijd al bij de politie?
Bart: ‘Mijn fascinatie voor de politie kwam door een Amerikaanse serie op televisie in de jaren ‘70: McCloud. Toen ik die sheriff op een paard door – volgens mij – New York zag rijden, wist ik het: dat wil ik ook. Dat paard is er uiteindelijk nooit van gekomen – een politiemotor kwam het dichtst in de buurt – maar mijn keuze voor de politie stond vanaf dat moment vast. Ik werk hier inmiddels bijna 33 jaar en ben nu teamchef.’ Tijs: ‘Niet alleen mijn vader, maar ook mijn moeder en opa inspireerden me om bij de politie te gaan. Mijn vader is de enige die er nu nog steeds werkt. We werken in dezelfde eenheid maar niet op hetzelfde team. Als ik vragen heb kan ik bij hem terecht.’
Wat is er zo mooi aan politiewerk?
Tijs: ‘Ik vind het mooi dat je met dit werk zo midden in het leven staat.’ Bart vult aan: ‘We zien de mooie kanten van de samenleving, maar ook de rauwe en de oneerlijke. Als politie kunnen we daarbij het verschil maken, we doen werk dat er echt toe doet.’ Vader en zoon vinden allebei dat de collegialiteit bij de politie groot is. Bart: ‘Die collegialiteit heb je ook wel nodig bij dit werk, wat we meemaken kan zoveel impact hebben. Tegelijkertijd moeten we elkaar wel kunnen aanspreken op zaken die wat minder goed gaan of anders kunnen. Daar is nog winst in te behalen vind ik. Maar als collega’s zich veilig voelen, moet dat gewoon kunnen.’
Wat is de meest indrukwekkende gebeurtenis die je bij de politie hebt meegemaakt?
Tijs aarzelt geen moment: ‘Dat is de dag dat ik – in mijn vrije tijd- vier mannen aanhield! Ik was net twee maanden daarvoor als aspirant gestart toen ik op een opstootje stuitte: veel mensen op straat, politie erbij. Er was net een straatroof gepleegd en de daders gingen er op dat moment vandoor. Ze renden een straat in waar de politieauto niet in kon. Dus ik op de fiets erachter aan. Samen met de collega’s die volgden hebben we vier mannen aangehouden.’ Bart: ‘Daar was ik natuurlijk heel trots op: het gebeurde in mijn teamgebied, mijn zoon… Zelf heb ik in mijn loopbaan natuurlijk ook veel indrukwekkende en heftige incidenten meegemaakt die ik nooit zal vergeten. Ik zie in mijn team dagelijks wat dat soort gebeurtenissen met je kan doen. Als teamchef probeer ik daar wat in te betekenen, soms is dat alleen maar heel stil zijn en luisteren.’
Hoe zit het met jullie ambities?
Bart: ‘Ik heb de Politieschool gedaan en later de Politieacademie; de ambitie om leiding te geven zat er bij mij altijd wel in.’ Tijs: ‘Wie weet ga ik wat dat betreft mijn vader wel achterna. Maar eerst het vak leren. Ik sta nog helemaal aan het begin van mijn carrière, ik moet alles nog ontdekken. Daarin loop ik soms wel wat hard van stapel. Ik wil alles meemaken, mezelf bewijzen, boeven vangen.’ Bart: ‘Dat enthousiasme en die ambitie herken ik, maar af en toe een beetje relativeren zou goed zijn. Je hoeft niet altijd meteen een 10 min te scoren, geef jezelf de tijd.’
Kunnen jullie wat van elkaar leren?
Bart: ‘Jazeker! Ik kijk vaak in de studieboeken van Tijs, leuk en interessant om te zien wat onze nieuwe collega’s vandaag de dag leren. Het onderwijs is in al die jaren veranderd. Maar ook als het gaat om techniek kan ik veel van Tijs leren; ik stam nog uit het tijdperk van de typemachine en carbonpapiertjes. Sowieso heb ik het vaak met hem over waar hij als aspirant tegen aan loopt. Niet alleen leuk om te horen als vader, ook als teamchef heb ik daar veel aan. Tegelijkertijd wil ik me niet met zijn werk bemoeien, hij moet het allemaal zelf ontdekken. Tijs: ‘Omgekeerd leer ik ook heel veel van mijn vader. Hij is een vraagbaak voor mij; ik kan met al mijn vragen over het politiewerk en de organisatie bij hem terecht.’
Zouden jullie ooit samen in hetzelfde team willen werken?
Beiden: ‘Nee, dat niet, maar een keer samen een dienst draaien? Leuk!’ Bart: ‘Ik stap graag een keer met deze kanjer in de politieauto.’
Hebben jullie nog een tip voor elkaar?
Bart: ‘Ontdek, ervaar, leer en geniet! Het is een mooi vak!’ Tijs: ‘Blijf met je tijd meegaan en behoud je enthousiasme!’
Hoe vieren jullie Vaderdag?
Tijs: ‘Niet heel uitgebreid. We zoeken een moment om samen te zijn. Soms krijgt hij dan ook een cadeau, soms vieren we het alleen met het samen zijn en het drinken van een borrel. We hebben een goede band, op een dag als Vaderdag wordt dat dan extra benadrukt.’
Heeft je vader je geïnspireerd om voor dit vak te kiezen?
Tijs: ‘Ik ben groot geworden met politieverhalen en het was voor mij vanzelfsprekend om er zelf ook te gaan werken. Al heb ik wel een omweg gemaakt via de Koninklijke Marechaussee. Maar de politie lonkte. Vorig jaar ben ik overgestapt en aan de slag gegaan als aspirant (politiestudent).’
Wilden jullie altijd al bij de politie?
Bart: ‘Mijn fascinatie voor de politie kwam door een Amerikaanse serie op televisie in de jaren ‘70: McCloud. Toen ik die sheriff op een paard door – volgens mij – New York zag rijden, wist ik het: dat wil ik ook. Dat paard is er uiteindelijk nooit van gekomen – een politiemotor kwam het dichtst in de buurt – maar mijn keuze voor de politie stond vanaf dat moment vast. Ik werk hier inmiddels bijna 33 jaar en ben nu teamchef.’ Tijs: ‘Niet alleen mijn vader, maar ook mijn moeder en opa inspireerden me om bij de politie te gaan. Mijn vader is de enige die er nu nog steeds werkt. We werken in dezelfde eenheid maar niet op hetzelfde team. Als ik vragen heb kan ik bij hem terecht.’
Wat is er zo mooi aan politiewerk?
Tijs: ‘Ik vind het mooi dat je met dit werk zo midden in het leven staat.’ Bart vult aan: ‘We zien de mooie kanten van de samenleving, maar ook de rauwe en de oneerlijke. Als politie kunnen we daarbij het verschil maken, we doen werk dat er echt toe doet.’ Vader en zoon vinden allebei dat de collegialiteit bij de politie groot is. Bart: ‘Die collegialiteit heb je ook wel nodig bij dit werk, wat we meemaken kan zoveel impact hebben. Tegelijkertijd moeten we elkaar wel kunnen aanspreken op zaken die wat minder goed gaan of anders kunnen. Daar is nog winst in te behalen vind ik. Maar als collega’s zich veilig voelen, moet dat gewoon kunnen.’
Wat is de meest indrukwekkende gebeurtenis die je bij de politie hebt meegemaakt?
Tijs aarzelt geen moment: ‘Dat is de dag dat ik – in mijn vrije tijd- vier mannen aanhield! Ik was net twee maanden daarvoor als aspirant gestart toen ik op een opstootje stuitte: veel mensen op straat, politie erbij. Er was net een straatroof gepleegd en de daders gingen er op dat moment vandoor. Ze renden een straat in waar de politieauto niet in kon. Dus ik op de fiets erachter aan. Samen met de collega’s die volgden hebben we vier mannen aangehouden.’ Bart: ‘Daar was ik natuurlijk heel trots op: het gebeurde in mijn teamgebied, mijn zoon… Zelf heb ik in mijn loopbaan natuurlijk ook veel indrukwekkende en heftige incidenten meegemaakt die ik nooit zal vergeten. Ik zie in mijn team dagelijks wat dat soort gebeurtenissen met je kan doen. Als teamchef probeer ik daar wat in te betekenen, soms is dat alleen maar heel stil zijn en luisteren.’
Hoe zit het met jullie ambities?
Bart: ‘Ik heb de Politieschool gedaan en later de Politieacademie; de ambitie om leiding te geven zat er bij mij altijd wel in.’ Tijs: ‘Wie weet ga ik wat dat betreft mijn vader wel achterna. Maar eerst het vak leren. Ik sta nog helemaal aan het begin van mijn carrière, ik moet alles nog ontdekken. Daarin loop ik soms wel wat hard van stapel. Ik wil alles meemaken, mezelf bewijzen, boeven vangen.’ Bart: ‘Dat enthousiasme en die ambitie herken ik, maar af en toe een beetje relativeren zou goed zijn. Je hoeft niet altijd meteen een 10 min te scoren, geef jezelf de tijd.’
Kunnen jullie wat van elkaar leren?
Bart: ‘Jazeker! Ik kijk vaak in de studieboeken van Tijs, leuk en interessant om te zien wat onze nieuwe collega’s vandaag de dag leren. Het onderwijs is in al die jaren veranderd. Maar ook als het gaat om techniek kan ik veel van Tijs leren; ik stam nog uit het tijdperk van de typemachine en carbonpapiertjes. Sowieso heb ik het vaak met hem over waar hij als aspirant tegen aan loopt. Niet alleen leuk om te horen als vader, ook als teamchef heb ik daar veel aan. Tegelijkertijd wil ik me niet met zijn werk bemoeien, hij moet het allemaal zelf ontdekken. Tijs: ‘Omgekeerd leer ik ook heel veel van mijn vader. Hij is een vraagbaak voor mij; ik kan met al mijn vragen over het politiewerk en de organisatie bij hem terecht.’
Zouden jullie ooit samen in hetzelfde team willen werken?
Beiden: ‘Nee, dat niet, maar een keer samen een dienst draaien? Leuk!’ Bart: ‘Ik stap graag een keer met deze kanjer in de politieauto.’
Hebben jullie nog een tip voor elkaar?
Bart: ‘Ontdek, ervaar, leer en geniet! Het is een mooi vak!’ Tijs: ‘Blijf met je tijd meegaan en behoud je enthousiasme!’
Hoe vieren jullie Vaderdag?
Tijs: ‘Niet heel uitgebreid. We zoeken een moment om samen te zijn. Soms krijgt hij dan ook een cadeau, soms vieren we het alleen met het samen zijn en het drinken van een borrel. We hebben een goede band, op een dag als Vaderdag wordt dat dan extra benadrukt.’