Het gerechtshof in ’s-Hertogenbosch heeft gisteren besloten dat een gemachtigde geen bijstand meer mag verlenen in een aantal belastingzaken, vanwege zijn ongepaste en beledigende taalgebruik. De man vertegenwoordigde belanghebbenden in zaken over de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM).
Ongepast taalgebruik
In maart 2018 waarschuwde het hof de gemachtigde voor het eerst voor zijn taalgebruik. Na deze waarschuwing nam hij afstand van een aantal beledigende uitlatingen en beloofde hij beterschap. Hij viel echter regelmatig terug in hetzelfde gedrag.
Tijdens een regiezitting in december 2019 heeft de gemachtigde geweigerd afstand te nemen van zijn beledigingen in schriftelijke stukken. In verband met lopende compromisbesprekingen bij een ander gerecht, heeft het hof destijds een beslissing uitgesteld. Uiteindelijk is er tussen de partijen geen compromis bereikt.
Beslissing van het hof
Het hof vindt het taalgebruik van de gemachtigde maatschappelijk ongewenst. Nu het hof hem een aantal keer heeft gewaarschuwd, wordt hij nu geweigerd als gemachtigde in de zaken waarin hij deze beledigende taal heeft gebruikt. Zijn taalgebruik verstoort niet alleen de procesorde, maar het kan er ook toe leiden dat een belanghebbende die door hem wordt vertegenwoordigd wordt benadeeld.
De belanghebbenden die door de beslissing van het hof niet langer worden bijgestaan door deze gemachtigde ontvangen daarvan bericht. Zij hebben 4 weken de tijd om een andere gemachtigde aan te wijzen.