Het College van procureurs-generaal is ontstemd over het NRC-artikel van vandaag, dat betrekking heeft op het onderzoek van de commissie Fokkens. Daarin wordt een beeld geschetst dat het OM lijdzaam afwacht tot het rapport van de commissie er is en daadkracht mist, omdat een aantal parketten momenteel wordt aangestuurd door een plaatsvervangend hoofdofficier of een waarnemer.
“Dat beeld is volstrekt onjuist”, aldus Gerrit van der Burg, voorzitter van het College van procureurs-generaal. “Het klopt dat het Openbaar Ministerie vacatures heeft voor een aantal hoofdofficieren en plaatsvervangend hoofdofficieren, maar voor de meeste is de sollicitatieprocedure inmiddels opengesteld. Ondertussen gaat het werk door, en dat wordt gedaan door uitstekende en zeer capabele OM-collega’s.”
In het laatste nummer van het OM-magazine Opportuun, dat onlangs is verschenen, vertelt Van der Burg over de nieuwe procedure voor benoemingen in de topstructuur, die 1 januari in werking is getreden. En dat is een van de initiatieven om te komen tot een meer open werkklimaat binnen het OM, er zijn er meer.
In het artikel zegt Van der Burg: “Er is dus niet gewacht tot het rapport van de commissie Fokkens er is. In de opdracht heeft de commissie alle vrijheid gekregen om te onderzoeken wat ze nodig vindt, en alle aanbevelingen te doen die ze wil doen. Ik bemoei mij inhoudelijk niet met de commissie en zo hoort het ook. Natuurlijk ontvangen we het rapport liever gisteren dan vandaag, wij willen immers met de uitkomst en mogelijke aanbevelingen van de commissie verder met een nieuw hoofdstuk. We zijn in afwachting van het rapport, maar we wachten niet af. Daarnaast snappen we goed dat het onderzoek impact heeft op de direct betrokkenen en dat de duur van het onderzoek voor hen zwaar weegt.”