Het is zondag 27 januari 2019 en ik draai een late dienst op het Operationeel Centrum Den Haag. Ik ben om 14.00 uur begonnen en het is een typische zondag, zonder al te veel meldingen.
Ik zit samen met mijn collega achter de uitgifte en voor mij op de werkvloer zitten enkele collega’s die de 112 telefonie aannemen.
Het is 16.00 uur en ik hoor de telefoon bij een van mijn collega’s over gaan. Zoals bij elk inkomend gesprek wordt de telefoon opgenomen met de zin: “meldkamer politie, wat is de locatie van uw noodgeval?”
Een zin waarop ik eigenlijk nauwelijks meer reageer.
Nog geen 2 seconden nadat ik mijn collega het bekende zinnetje hoorde zeggen is het eerste wat ik haar hoor zeggen: “Een explosie?” Er zit een klank van verbazing bij. Ik begin nu wel mee te luisteren. Het tweede wat ik mijn collega hoor zeggen door de telefoon is: “De voorgevel van de woning ligt er uit?”
Ik kijk mijn collega aan waarmee ik samen op de uitgifte zit. Wij luisteren aandachtig met het gesprek mee en zitten er klaar voor om de melding aan de beschikbare politie-eenheden uit te geven. Ik zie de melding in mijn scherm verschijnen en weet direct dat dit een melding wordt die veel indruk gaat maken.
Ik roep het politiebureau op en krijg reactie. Direct geef ik aan dat iedereen die in het bureau zit, en beschikbaar is, naar buiten moet gaan. Mijn collega geeft mee dat er een explosie in een woning aan de Jan van der Heijdenstraat is geweest en dat er veel eenheden nodig zijn.
In een mum van tijd zie ik voldoende collega’s richting de plaats van de explosie rijden.
Als de eerste eenheid ter plaatse is, krijgen wij de informatie dat er inderdaad een grote explosie is geweest en dat er een hoop puin over de straat ligt. Direct krijgen wij ook door dat het onbekend is of iedereen in veiligheid is gebracht of dat er nog mensen onder het puin liggen.
Ik hoor aan de stemmen van de collega’s dat het een situatie is die veel indruk maakt op de collega’s ter plaatse.
Alle hulpdiensten worden ingezet en er wordt hard gewerkt om eventuele slachtoffers zo snel mogelijk de hulp te bieden die zij nodig hebben.
Mijn collega en ik proberen alle hulpvragen van de collega’s te regelen en alles wat bij ons bekend is aan hen door te geven. Het is noodzaak dat wij zo rustig mogelijk blijven en het overzicht voor de collega’s op straat bewaren.
De politiehelikopter is inmiddels ook ter plaatse en die heeft de videobeelden live naar ons doorgezet. Wij kunnen het gehele incident op ons scherm meekijken. Beelden die indruk maken op mij en op de rest van de collega’s. Het zag er uit alsof er “oorlog” geweest is. In 1 klap zijn er tientallen mensen hun woning kwijt en is het onbekend of er gewonden zijn.
Al snel krijgen wij te horen dat er mensen bevrijd zijn uit de woningen en dat zij de hulp krijgen die zij nodig hebben. Van de collega’s op straat willen wij weten hoeveel woningen er getroffen zijn en welke bewoners zich gemeld hebben.
Langzaam melden zich steeds meer slachtoffers bij de collega’s op straat. Op de achtergrond wordt uitgezocht hoeveel mensen er daadwerkelijk zouden moeten verblijven in de getroffen woningen.
Wij zijn inmiddels een paar uur verder en op de straat zijn alle hulpdiensten nog steeds druk bezig om alles zo veilig mogelijk te laten verlopen.
De zorgen worden steeds groter als wij te horen krijgen dat er nog 1 persoon zich niet gemeld heeft. Via vrienden en familie is er ook geen contact met deze persoon te krijgen. Het zogeheten rescueteam met honden wordt opgeroepen om naar Den Haag te komen. De honden worden “aangekleed”, krijgen een harnas om en sokjes om hun poten te beschermen en worden het puin ingestuurd.
Er komt een verlossend bericht. De honden hebben een persoon onder het puin gevonden. Hij is aanspreekbaar maar kan niet zelfstandig onder het puin vandaan komen. Collega’s houden zoveel mogelijk contact en er wordt een plan gemaakt om de man onder het puin vandaan te krijgen. Met man en macht wordt er gewerkt en steen voor steen wordt er ruimte gemaakt om de man met zo weinig mogelijk letsel, zo veilig mogelijk onder het puin vandaan te krijgen.
Wij kijken vol spanning naar het reddingswerk waar de gespecialiseerde hulpdiensten mee bezig zijn.
Om middernacht is daar dan het bericht waar iedereen al de hele avond naar uitkijkt en op hoopt. De man is bevrijdt! Hij is aanspreekbaar en wordt door de ambulance naar het ziekenhuis vervoerd.
Dankzij de hulp van de honden en de gespecialiseerde hulpdiensten is het laatste slachtoffer in veiligheid gebracht.
Niet alleen de hulpdiensten op straat maken een vreugde sprongetje, ook wij op de meldkamer zijn opgelucht en blij om dit nieuws te krijgen.
Voor ons als generalisten op de meldkamer houdt het werk voor deze melding op en kunnen wij langzaam de systemen gaan afsluiten.
Ik praat nog even na met mijn collega over de melding en hoe het is gelopen. Wij hebben er beide een goed gevoel over. Wij hebben de rust weten te bewaren en ons werk tot een goed einde weten te brengen.
Ik stap in mijn auto en rij met de adrenaline nog in mijn lijf naar huis. Direct slapen lukt nog niet.
Deze melding heeft veel indruk op mij gemaakt. Van het binnen komen van de melding, de beelden van de politie helikopter, de spanning rondom het bevrijden van het slachtoffer onder het puin vandaan, tot het afronden van de melding.
Wat is het mooi om te zien dat er in korte tijd zoveel mensen klaar staan voor elkaar, dat er zo hard gewerkt wordt voor de burgers en dat er door de directe collega’s zo met elkaar meegeleefd wordt.
Bron: OC Den Haag
————————————————
Zie ook het videojournaal van de Veiligheidsregio Haaglanden.
De collega’s van Brandweer Haaglanden en GHOR Haaglanden vertellen over hun ervaringen en overwegingen die zij maakten tijdens dit incident.