Voorburg/regio Den Haag – ‘De melder zag hoe die jongen het vuurwapen liet vallen, rustig weer oppakte en verder liep. Het klonk zo koelbloedig. Straks gaat hij iemand neerschieten, dacht ik bij mezelf.’ Politieman Gert gaat op een maandagmiddag eind mei met zijn collega op zoek naar een jongen met een wapen.
‘We hebben maar een split second’
Er volgt een tweede melding. De jongen is nu ergens anders gezien in Voorburg, samen met een andere jongen. Gert: ‘Dan krijgen we ze in het vizier. Hun leeftijd is lastig te schatten. De jongen met het wapen is even groot als mijn collega. De ander heeft mijn lengte, maar is een stuk zwaarder dan ik. We willen ze rustig en ongezien benaderen. Maar dan krijgen ze ons in de gaten en willen er op de fiets vandoor gaan. De afstand is 20 meter, hooguit 25. We hebben maar een split second om onze dienstwapens te trekken. Je weet op zo’n moment dat je te laat bent, als iemand een wapen op je richt en je je eigen wapen nog moet trekken. We schreeuwen hem toe dat hij zijn wapen moet laten vallen. Het loopt met een sisser af; hij gooit gelukkig zijn wapen weg.’
Balletjespistool
Hij heeft het nepvuurwapen op de kermis gewonnen, verklaart de 12-jarige jongen later op het bureau. Hij is behoorlijk onder de indruk van zijn aanhouding, net als zijn 14-jarige maat. Het wapen blijkt een balletjespistool te zijn. Een nepvuurwapen dus maar nauwelijks van echt te onderscheiden. Zijn vader had nog tegen hem gezegd dat hij het niet mee naar buiten moest nemen. ‘In ons overleg met de gemeente over de kermis van volgend jaar nemen we dit zeker mee’, meldt Gert. ‘Niemand zit erop te wachten dat er meer van dit soort incidenten plaatsvinden. Het had echt veel erger kunnen aflopen.’