Heimen loopt op Koninginnedag met vier teamleden mee met de koninklijke bus. Hij is teamchef van de regionale inlichtingendienst. Dan verschijnt uit het niets de zwarte Suzuki Swift waarmee Karst T. dood en verderf zaait.
‘Iedereen had er die ochtend zin in. Met mijn collega’s loop ik aan weerszijden van de Koninklijke bus achter het publiek langs. We zijn in burger, zonder uniform. In plaats daarvan dragen we feestelijke oranje shirts. We hebben foto’s bij ons van personen die mogelijk voor onrust kunnen zorgen, zoals stalkers van de koningin of relzoekers. We staan op scherp, je weet nooit wat er op zo’n dag kan gebeuren.
Harde klap
De bus mindert snelheid om een bocht te maken. Ineens hoor ik geraas door de muziek heen. En een harde klap. In eerste instantie denk ik dat het een saluutschot van een kanon is. Maar dan zie ik de ontzetting in de bus. Máxima die haar hand voor haar mond slaat. Ik kijk om me heen. Dit is niet normaal, flitst het door mijn hoofd. Al mijn systemen gaan op rood.
Iemand is met een auto door dranghekken de menigte ingereden. Hulpverleners snellen van alle kanten toe om slachtoffers te helpen. De bus maakt weer snelheid om de koninklijke familie in veiligheid te brengen. Vanuit een soort zelfbescherming schakelt mijn gehoor zichzelf uit. Ik krijg oogcontact met een van mijn collega’s. We beseffen dat we getuige zijn van iets walgelijk groots dat de geschiedenisboeken zal halen.
Getrokken pistolen
Dan krijgen we te horen dat er een gevaarlijk persoon over het hek van Paleis het Loo zou klimmen. Dat terwijl de koninklijke bus net het terrein van het Loo oprijdt. Mijn collega en ik sprinten naar het hek. Maar net voor we eroverheen klimmen, brul ik naar ze: “Terug!”
De koninklijke beveiliging staat aan de andere kant namelijk al klaar met getrokken pistolen. Wij waren bijna zonder uniform, niet herkenbaar als collega’s, over het hek geklommen. Ze hadden ons volkomen terecht kunnen neerschieten.
Het blijkt vals alarm. Er is niemand over het hek geklommen. Ik ga even met mijn team, nog volkomen verbijsterd, op het gras zitten. Een ogenblik rust in de chaos. Een van mijn teamleden vertelt dat hij vlak voor de klap nog op de plek stond waar Karst T. net op het publiek inreed.
Pantservoertuig gestolen?
We gaan snel terug naar het bureau. De oranje shirts gaan uit. We moeten nog een aantal bizarre meldingen checken die binnen zijn gekomen. Zo zou een pantservoertuig uit een kazerne zijn gestolen waarmee misschien nog meer ellende aangericht kan worden. Ook dit blijkt gelukkig niet te kloppen, maar je neemt geen risico. Je moet alle scenario’s uitwerken. Ik heb nog nooit een organisatie zo alert bezig gezien.
Tegen de avond, als we al ruim twaalf uur op de been zijn, gaan we naar huis. Ik heb daarvoor al kort met mijn vrouw gebeld, thuis vangt ze me met een onthutst gezicht op. Ik ga op de trap gaan zitten. Zij slaat haar arm om me heen. Ik jank de spanning eruit.
Verslagen
Anderhalve week na de klap gaat het bij mij fout. Ik ga op wandelvakantie met mijn vrouw in Engeland. Op een schelpenpad langs de zee komen in een flashback alle doden en gewonden uit mijn politiecarrière voorbij. Na een aantal maanden is officieel PTSS bij mij vastgesteld.
In therapie ga ik de strijd aan met een in het wit geklede man, die ineens duidelijk voor mij verschijnt. Hij staat aan het eind van de stoet doden en gewonden en zegt: “Ga met me mee.” Mijn familie staat naast me en zegt: “Blijf bij ons.” Ik versla hem en daarmee al mijn demonen in een vuistgevecht.’
Als Karst T. die Koninginnedag 2009 met zijn auto door dranghekken de menigte inrijdt, komen acht mensen om het leven, inclusief hijzelf.
Heimen is nu coach voor politiecollega’s met PTSS die re-integreren. Hij helpt ze omgaan met heftige ervaringen zoals deze.
De Dag van…
Wij hebben de mooiste baan van de wereld. Maar soms is het ook heftig. Geweld, zelfmoord, verwaarlozing. In deze rubriek “De dag van…” vertellen politiemensen over die ene dag die ze nooit zullen vergeten.