We hebben nachtdienst. De regen komt met bakken naar beneden. Dan komt de melding over een caravan die bij een tankstation geparkeerd staat. In die caravan is zojuist iemand neergestoken. Wij springen in de auto, zetten de zwaailichten en sirene aan en rijden er heen. Al eerder hadden we wat gehoord over deze caravan. De buurt was niet zo blij dat die daar stond en niet blij met die meneer die daar verbleef.
Aanrijdend met een flinke snelheid breekt de auto uit in een bocht. Het is toch gladder dan ik dacht. Oppassen dus. Maar goed, we rijden nog en zijn er bijna. Het tankstation is in zicht.
Als we de deur van de caravan openen zien we een bekende van de politie die zichzelf ‘Stoere Sjakie’ noemt. Sjakie ligt op de grond en is gewond aan zijn zij maar nog wel aanspreekbaar. Hij zegt dat hij in elkaar is geslagen en is neergestoken. Hij drukt zelf de wond af om het bloeden tegen te gaan.
Ondertussen hoor ik in de verte de sirene van de ambulance die naar ons onderweg is. We melden de feiten aan de meldkamer. Sjakie vertelt dat hij al eerder problemen heeft gehad met mensen die het niet eens waren dat hij zijn caravan bij het tankstation had staan. Wie zijn aanvallers waren wist hij niet. Het ging allemaal zo snel. Dan zijn de ambulancebroeders er en ze behandelen Sjakie zo snel mogelijk. Het is een flinke steekwond dus er is haast geboden. Wij assisteren de verpleegkundige zo goed als dat kan. Sjakie wordt op de brancard gelegd en naar het ziekenhuis gebracht.
De ambulance racet met zwaailicht en sirene naar het ziekenhuis. Wij bellen onze collega’ s van de recherche. Die sturen een paar mensen naar de caravan voor onderzoek. Ook de forensische opsporing is opgeroepen voor het afnemen van sporen. We kijken of we nog iemand kunnen vinden die als getuige kan dienen, maar zien niemand. Ook in de caravan zien we verder geen aanwijzingen. De recherche is inmiddels ter plaatse en we vertellen ons verhaal. Dan gaan we naar het bureau om een proces-verbaal op te maken.
Na een stevige bak koffie en aardig wat typewerk besluiten we naar het ziekenhuis te gaan om te kijken hoe het met Sjakie is en of hij ons al wat meer kan vertellen. In het ziekenhuis worden we via de Spoedeisende Hulp gedirigeerd naar de afdeling waar Sjakie ligt. Hij is nog steeds gewoon aanspreekbaar. We vragen hoe het met hem is. Hij zegt: ‘Sjakie is niet zo stoer meer.’ De artsen zijn nog bezig met het onderzoek en kunnen ons nog niet veel vertellen over het letsel. Ook over de toedracht van de steekpartij kan Sjakie ons niet meer vertellen.