Patricia Kalitzke (16) en Lloyd Duane Bogle (18) werden in 1956 doodgeschoten, maar de dader van de dubbele moord op het tienerkoppel kon nooit worden gevonden. Tot vandaag, 65,5 jaar later, met dank aan DNA-onderzoek en forensische genealogie. Het is waarschijnlijk de oudste zaak ooit die op die manier toch nog is opgelost.
Begin januari 1956 doen drie jongens uit Montana een gruwelijke ontdekking tijdens hun wandeling langs de Sun River in Cascade County. Ze vinden het lijk van de achttienjarige Lloyd Duane Bogle. De tiener was afgemaakt met een kogel in het hoofd en lag op de grond naast zijn auto. Zijn handen waren op de rug vastgebonden met een broeksriem. De dag erna treft een wegenwerker het lichaam van Patricia Kalitzke levensloos aan in dezelfde regio, ten noorden van Great Falls in Montana. Zij had net als Bogle een schotwonde in het hoofd en was seksueel misbruikt. Tot de voorbije week bleef de zaak meer dan 65 jaar lang onopgelost.
Bogle was een piloot uit Texas en Kalitzke liep nog school in Great Falls. De twee vormden een koppel en dachten zelfs aan trouwen. Maar zover kwam het niet: iemand schoot hen allebei dood met een kogel door het hoofd. De speurders gingen ervan uit dat de dubbele moord gebeurde op een plek die bekend stond als ‘lover’s lane’. Jarenlang kon de moordenaar uit het vizier van de politie blijven en de zaak werd een ‘cold case’.
In 2012 boog speurder Jon Kadner zich over de moordzaak. Hij was maandenlang zoet met het digitaliseren van alle stukken. “Mijn eerste indruk zei mij dat we dit alleen maar zouden kunnen oplossen door gebruik van DNA”, aldus Kadner. En die mogelijkheid was er via een vaginaal uitstrijkje dat tijdens de autopsie van Kalitzke in 1956 was genomen en bewaard was gebleven. In 2001 was het staal al eens naar het lab gezonden voor analyse. Er werd toen sperma gevonden dat niet van Kalitzkes vriendje Bogle was.
Via forensische genealogie kon een DNA-profiel van de dader worden opgemaakt en dat profiel worden ingebracht in openbare databases om zo een eventuele match te zoeken. Dit mondt vaak uit in het vinden van verre familieleden van een dader. Vervolgens wordt een stamboom opgesteld die tot identificatie van de schuldige kan leiden, ook al heeft die zelf nooit DNA afgestaan aan zo’n database.
De speurders kwamen bij een man met de naam Kenneth Gould terecht. Gould woonde met zijn vrouw en kinderen in de buurt van Great Falls in de periode van de moorden. In 1967 verhuisde hij naar Missouri. Eén groot probleem: Gould was in 2007 overleden en zijn lichaam was gecremeerd. Om zijn schuld te bewijzen, zouden zijn familieleden een DNA-staal moeten afstaan. Een lastige vraag, omdat zij plots geconfronteerd werden met de beschuldiging van dubbele moord en verkrachting van hun familielid. De kinderen van Gould werkten mee met de politie. Bleek dat Gould wel degelijk de moordenaar van Patricia Kalitzke en Lloyd Duane Bogle was, en dat hij het meisje in 1956 ook had verkracht. De nabestaanden konden de zaak eindelijk afsluiten.