We krijgen een melding binnen van tasjesdieven op het Centraal Station van Amsterdam. Aangezien het aantal meldingen van diefstal weer is gestegen, besluiten we, in overleg met de officier van justitie, gebruik te maken van lokmiddelen om de dieven te pakken.
Een collega besluit met een koffer, rugtas en een mooie Louis Vuitton tas, op een bankje in het Centraal Station te gaan liggen. Als ‘toerist ‘ ligt hij daar te rusten, zogenaamd wachtend op de internationale trein. Een normaal straatbeeld, ook tijdens de coronaperiode.
Een jongeman van een jaar of twintig komt vanaf het metrostation het station ingelopen. Hij laat zijn blik vallen op de slapende collega. De loktas doet zijn werk en krijgt alle aandacht. De jongeman blijft een aantal keer heen en weer lopen langs de collega en bekijkt de zaak eens van alle kanten. Je hoort hem denken… “My precious.”
Als de man zijn kans wil pakken, kijkt hij nog een keer opzij. Kan het echt? Ziet niemand mij? De jongeman kijkt mij nu aan. Twijfel. Wie is die man? Wat doet hij daar? Hij besluit de tas even te laten voor wat het is en zoekt mij op.
“Weet jij hoe laat het is?” vraagt hij mij.
Ik denk: “Tijd om jou op te sluiten”, maar antwoordt in het Engels dat ik met rust gelaten wil worden en loop langzaam weg.
De twijfel blijft bestaan. Om zichzelf te overtuigen stapt de jongeman op een gemeentehandhaver af die iets verderop staat. “Die man daar, is dat een undercoveragent?”
De handhaver verblikt en verbloost niet en antwoordt met een pokerface dat hij mij niet kent en dat er wel meer rare snuiters op het Centraal Station rondlopen.
Inmiddels ben ik verplaatst en uit het beeld van de verdachte jongeman. De rust is wedergekeerd en de twijfels zijn weggenomen. Hij gaat weer terug naar de plek waar mijn collega zich nog steeds slapende houdt.
Nog even kijken of hij echt slaapt… ja, zijn ogen zitten stijf dicht. Nu dan. Nu is mijn kans! De man neemt de tas weg en loopt rustig naar de uitgang van het station. Ondertussen kijkt hij in de tas naar de buit. Hij kan er even van genieten, even.
Enkele seconden later kijkt hij mij weer recht in de ogen aan. ” Ik wist het! Jij bent een agent!”
“Klopt. En jij bent aangehouden!”