Terwijl de Belgen toch zonder morren een mondmasker dragen waar ‘het moet’, is er grote commotie ontstaan in Nederland nadat de overheid lokale besturen daar toestaat om een mondkapjesplicht in te voeren.
Amsterdam en Rotterdam willen na een erg moeizame toelating het gebruik van mondmaskers als eerste gemeenten in Nederland hier en daar verplicht stellen. Dit vanaf volgende woensdag (5 augustus) op drukke plekken, zoals winkelgebieden en markten. De plicht zou gelden vanaf 13 jaar, op straat en in winkels. Maar dat leidt tot een ongeziene storm van kritiek schrijft HLN.
Grondwet
Zowat alle professoren in de Rechten in Nederland verzetten zich fel. “Dit kan niet. Het verplichten van het dragen van een mondkapje is wettelijk gezien niet mogelijk”, reageert onder meer professor Jan Brouwer, hoogleraar Recht en Samenleving aan de RU Groningen. “Dit is een indirect middel om gedrag te veranderen, dat mag simpelweg niet.”
Ook vele andere proffen in de Rechten wijzen erop dat de mondmaskerplicht “een kledingvoorschrift is waarmee inbreuk wordt gemaakt op de persoonlijke levenssfeer”. En: “dan ga je van de grondwet afwijken en dat mag niet”. Professoren stellen dat de mondkapjesplicht concreet in strijd is met artikel 10 van de Nederlandse Grondwet (het recht op persoonlijke levenssfeer). “Je kunt niet zeggen: we doen de Grondwet nu even aan de kant. Dit mag echt niet. Die Grondwet beschermt juist tegen dit soort noodzakelijkheidsdenken en bestuurlijke ingrepen.”
‘Er is geen noodtoestand’
Voor ons is het misschien moeilijk om te begrijpen, maar de professoren gaan nog verder. “Het Outbreak Management Team (OMT, het team dat de Nederlandse regering adviseert, red.) zegt: het dragen van een mondkapje is schijnveiligheid en dan gaan burgemeesters toch op eigen houtje beslissen om het te verplichten?! Je kunt niet als gemeente je eigen coronabeleid maken en de grondrechtelijke vrijheden van burgers opschorten.”
Ze wijzen er nog op dat bijvoorbeeld in Italië en Spanje de noodtoestand geldt, en daar kan het, maar Nederland heeft die noodtoestand nooit uitgeroepen. En dus is het nog afwachten of die lokale mondkapjesplicht er komt, en wat de Nederlander er dan uiteindelijk mee doet.
Nederlandse topvirologen verwerpen nut
Nederlandse virologen die de regering adviseren zijn trouwens nog altijd absoluut niet overtuigd van het nut van een mondmaskerplicht in Nederland.
Volgens infectioloog Dr. Jaap van Dissel van het RIVM – zeg maar de Nederlandse Marc Van Ranst – ontbreekt het wetenschappelijk bewijs om een landelijke verplichting in te voeren. Volgens van Dissel hebben mondkapjes een “buitengewoon klein effect” bij het voorkomen van besmettingen. Hij verwijst daarvoor onder andere naar recent onderzoek in Noorwegen, waar het effect van het dragen van mondkapjes is berekend: als 200.000 mensen een week lang een mondmasker dragen, voorkomt dat “misschien” één besmetting, is de conclusie.
De regering-Rutte wil het gebruik van een mondmasker, in tegenstelling tot andere landen, niet landelijk opleggen. Het Nederlandse parlement had daar vele vragen over en dus vroeg de regering een nieuw advies aan de experts. “We hebben er drie keer eerder over nagedacht, en we hebben wat nieuwe wetenschappelijke gegevens gewogen”, aldus de Nederlandse corona-adviseur woensdag. Maar de conclusie verandert dus niet.
Naar aanleiding van uitlatingen van de Noorse onderzoeker die de besproken studie deed, Bjørn Iversen, in de Nederlandse programma’s ‘EenVandaag’ en ‘Nieuwsuur’ daarna, heeft een woordvoerster van het RIVM inmiddels laten weten dat het advies van het OMT over mondkapjes ‘niet alleen is gebaseerd op het Noorse onderzoek’. “Het advies blijft daarom ook zeker staan.”
‘Effectiviteit afhankelijk van epidemische situatie’
Iversen zei donderdag dat op basis van zijn studie geen conclusies over het nut van mondkapjes worden getrokken. De onderzoekers keken naar alle bestaande onderzoeken over gezichtsmaskers en zagen dat de resultaten erg verschillen. “Sommige laten een risicoverlaging zien van 6 procent, anderen van 80 procent.”
De meest recente schatting van de Noor is dat in de Noorse situatie, die volgens hem redelijk vergelijkbaar is met de Nederlandse, 75.000 mensen een week lang een masker moeten dragen om één besmetting te voorkomen. “Maar dat is een losse, zwakke schatting. We weten het effect van gezichtsmaskers gewoon niet. De effectiviteit is heel afhankelijk van de epidemische situatie in een land. Het is aan elk afzonderlijk land om de situatie te bepalen en aanbevelingen te doen.”
Iversen zou mondmaskers aanraden in landen met grote uitbraken, zoals nu België. En op plekken waar minstens een meter afstand houden van anderen niet mogelijk is. “Al is afstand houden veel belangrijker dan het dragen van een mondkapje.”
‘Handhaving lastig zonder landelijke plicht’
De Nederlandse BOA Bond, de vakbond voor alle Buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) in het land, vindt het intussen “onnodig ingewikkeld” dat er nu lokale verschillen zijn in het dragen van mondkapjes. Dat maakt het moeilijk te handhaven, zegt voorzitter Ruud Kuin aan BNR Nieuwsradio.
Kuin noemt het “typisch Nederlands dat het weer aan het lokale bestuur wordt overgelaten. Ze zijn het gewoon niet eens. En dan hebben ze het over ‘maatwerk lokaal’ – ik denk dat dat onzin is. Waarom zou een drukke winkelstraat in Nijmegen anders zijn dan in Amsterdam?” De plaatselijke mondkapjesplicht zal “tot een hoop discussie en gedoe gaan leiden”, denkt hij en hij vreest dan ook “dat er agressie gaat ontstaan”. Kuin denkt dat het voor zowel de boa’s als voor het publiek beter zou zijn om overal op drukke plaatsen een mondkapje verplicht te stellen. Dan is dat “uniform, eenvoudig en eenduidig” en dat is volgens hem beter voor het draagvlak en de handhaafbaarheid.
De Nederlandse Politiebond wil nog geen uitspraken doen over de mondkapjesplicht in de steden. Dat doen ze pas wanneer hun leden bijvoorbeeld problemen krijgen met het handhaven ervan.
Wat bij grote toename besmettingen?
Als het aantal coronapatiënten in Nederland “aanzienlijk stijgt”, kan het Outbreak Management Team het landelijke mondkapjesadvies heroverwegen, schreef Nederlands minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge donderdag in een brief aan de Tweede Kamer.
Voordat het OMT zich hier opnieuw over buigt, moet er eerst wel nog worden onderzocht welke niet-medische mondkapjes het meest effectief zijn in het blokkeren van druppeltjes uit de neus of mond. Daarom wil De Jonge samen met het RIVM en minister Tamara van Ark (Medische Zorg) kijken hoe dit onderzoek kan worden opgezet. Volgens de Nederlandse minister is duidelijkheid over de kwaliteit van verschillende mondmaskers gewenst.
Daarnaast moet er training en voorlichting komen bij “elk gebruik van mondneuskapjes”, schrijft De Jonge. Bij het OMT leven namelijk nog steeds de zorgen over ‘schijnveiligheid’ als mensen mondmaskers dragen. Het OMT vreest dat mensen zich minder goed aan de anderhalve meter afstand houden wanneer ze een mondkapje dragen, of toch besmet raken wanneer ze eten, drinken, of het masker op en af doen.
Nog volgens de minister is er “behoefte aan experimenten met nieuwe maatregelen gericht op gedragsverandering”. Niet-medische mondkapjes zijn onderdeel van deze maatregelen, aldus De Jonge.
Meer dan 300 nieuwe coronabesmettingen in Nederland
Hoe ziet de situatie in Nederland er momenteel uit? Tussen woensdagochtend en donderdagochtend zijn in Nederland 342 nieuwe coronagevallen vastgesteld. Dat is het hoogste aantal sinds begin mei. De afgelopen vier dagen lag het aantal nieuwe gevallen boven de 200, nu komt het voor het eerst boven de 300. In de afgelopen zeven dagen testten 1.559 mensen positief.
De grootste besmettingshaard is Rotterdam-Rijnmond. Daar zijn 94 infecties bijgekomen, het hoogste aantal sinds half april. Amsterdam-Amstelland noteerde donderdag 72 nieuwe besmettingen. Dat is meer dan twee keer zo veel als een dag eerder.
Ook het aantal ziekenhuisopnames is in de afgelopen weken iets gestegen bij onze noorderburen. Tussen 29 juni en 5 juli werden vijf mensen in een ziekenhuis opgenomen, dus minder dan één per dag. Vorige week kwamen negentien mensen in een ziekenhuis te liggen, bijna drie per dag. Daar staat tegenover dat andere patiënten weer het ziekenhuis hebben kunnen verlaten.