Afgelopen week tijdens de avonddienst horen agenten maar liefst tot twee maal toe een vader zeggen toch zeker zelf wel te zullen weten wat het beste is voor hun kind. Maar of dit -op het gebied van veiligheid in het verkeer- ook echt zo is? Lees en oordeel zelf:
We surveilleren in Nesselande als ik een auto spot waarin de bijrijder een kindje van ongeveer een jaar oud op schoot vervoerd. Met het gezichtje naar voren en de autogordel diagonaal voorlangs het nog kleine lichaampje en hals vast getrokken gaan bij mij alle alarmbellen af. Door een klein kind op deze manier te vervoeren is de kans op onnodig extra letsel bij een aanrijding groot. De stopkracht van de autogordel laat namelijk bij een volwassen persoon vaak al flinke striemen of een gekneusde rib achter. Laat staan wat er gebeurt als bij een aanrijding de massa van pappa meeweegt in de voorwaartse druk tegen het kind en de autogordel aan! Het kan dan simpelweg worden samen geplet.
Maar dit is nog niet het enige gevaar dat we in de situatie herkennen. Het zou ons namelijk niet verbazen als ook de airbag nog stond ingeschakeld. Een geactiveerde airbag kan namelijk door de enorme kracht waarmee het wordt opgeblazen niet slechts letsel voorkomen, maar dit juist ook veroorzaken. Zo kunnen bij het uitklappen van de zak verwondingen aan gezicht, ogen en borstkas optreden. Bekend is ook dat wereldwijd diverse jonge kinderen en baby’s het leven hebben gelaten nadat zij op de voorstoel met grote kracht een airbag tegen het hoofd kregen.
“In mijn loopbaan heb ik helaas meermaals moeten aanschouwen hoe gevaar er door de ogen van een kind uit moet hebben gezien, seconden voordat dit het nog jonge leventje fataal werd.” En geloof mij! Die beelden, die van wanneer je weet dat het te laat is, vergeet je nooit meer. Juist daarom ben ik nu extra alert.
We activeren het stopbord met de intentie de bijrijder, waarvan ik vermoed de vader van het kind te zijn, slechts te attenderen op de onveilige situatie. Maar nog voordat ik überhaupt ben uitgestapt en naar hem toe kon lopen hoor ik hem al roepen: “Ja kom maar hier met die bekeuring. Ik hoef van jullie echt geen preek. Schrijf maar gewoon lekker die bon uit want ik zit hier allemaal niet op te wachten. Ik ben zijn vader en weet toch zeker zelf wat het beste is voor mijn kind! ” Ik laat de vooringenomenheid van pappa even op mij inwerken en besluit er een functionele stilte achteraan te gelasten. Ik bedoel, door gewoon even niets te zeggen en iemand alleen maar aan te kijken zeg ik misschien nog wel veel meer. Wat betreft veiligheid in het verkeer was het ons bij controle van de airbag in ieder geval wel duidelijk geworden. Pappa wist eigenlijk helemaal niet zo goed wat nou echt het beste was. En eerlijk toegegeven, als iemand zo’n houding heeft denk je als agent echt wel eens van: als het zo moet, dan verdien je die bekeuring ook gewoon. Hier, pak-aan! Maar dit doe ik niet. Bekeuren was niet het doel van de controle dus daar blijf ik bij. Wel wilde ik bij pappa een stukje bewustzijn naar boven halen in de hoop dat hij nooit weer zijn kind op deze manier zal gaan vervoeren.
Terwijl pappa zijn jonge kroos over de schouder draagt begin ik met mijn offensief door in detail een incident te gaan beschrijven waar ik in dit werk naartoe werd gestuurd. Een incident waarbij een kindje, door de keuze van een pappa, het helaas niet heeft overleeft. Terwijl ik het verhaal vertel en meer en meer details onthul over de samenloop van omstandigheden die hebben geleid tot het tragische einde van het kindje, zie ik bij deze pappa een onmiskenbare verandering in houding, bewustwording en emotie op het gezicht tekenen. Hij vecht zichtbaar tegen het vocht dat zich meer en meer begint op te hopen in de ooghoeken, als hij plots vraagt: “Agent, mag ik alstublieft gaan?” Ik kijk hem aan en knik instemmend. De uitbarsting in tranen laat ik hem dan ook bespaard. Een hand, die kreeg ik niet meer. Maar dat is al goed. Ons doel was bereikt en geen bekeuring had in dit geval de boodschap beter kunnen over brengen dan een paar rake woorden.
Nog diezelfde avond spot ik alweer een gevaarlijke situatie. Een piep jong kindje zit in het voorstoeltje op de fiets bij pappa. Zonder invloed te hebben op wat er allemaal wel niet met hem kan gebeuren raast pappa zonder licht op zijn fiets en volledig in het donker een t-splitsing over, vlak voor een afslaande auto langs. Dat ging maar net goed! Het is dan al rond 22:00 uur als we op de Rivierweg in Capelle de jonge vader daarop willen aanspreken. Maar dat lukt niet als vanzelfsprekend. Hij heeft ons namelijk wel gezien en horen vragen te stoppen, maar hij fietst vooralsnog gewoon lekker door. Ik dacht: serieus, ga je dit nu echt doen met dat kleine mannetje erbij op de fiets? Hoeveel verantwoordelijkheid heb je dan? Ik keer de politieauto en maan hem vanuit het geopende portierraam om te stoppen. Maar in plaats van stoppen krijg ik als reactie het antwoord: “Ga iemand anders bemoeien man, ik heb geen tijd voor die shit weet je.”
Omdat hij nog steeds niet stopt vertel ik hem vanuit de auto dat hij zo goed als niet zichtbaar is zonder licht en dat zijn snelheid nabij de kruising ook niet echt heel veilig was. De pappa van het kleine ventje zegt daarop: “ik ben bijna thuis, waar ga jij probleem van maken, dit is mijn zoon, dus wat is jouw probleem.” Ik vervolg mijn verhaal en vertel dat niet zijn zoon, maar hij degene is die er voor kiest om slecht zichtbaar door het verkeer te gaan. Dat hij bewust een hoger risico neemt te kunnen worden aangereden, maar de veiligheid van zijn zoon voor het overgrote deel afhankelijk is van de keuzes die hij maakt.
Maar helaas, pappa had hier helemaal geen boodschap aan. En noem het toeval, maar ook deze pappa wist naar eigen zeggen zelf heel goed wat het beste was voor zijn zoon.
Bang voor een boete zie ik dat hij zich inmiddels voor ons uit de voeten maakt. Staand op de trappers stoof hij ervandoor. Via het voetpad, met een knal het trottoir op en onder het appartementencomplex door verdwijnt hij uit zicht. En ja, daar staan je dan als politieagent. Je voelt je eigenlijk een beetje als een leeuw die in zijn hempje staat… Ik denk: laten wij ons door hem echt zo gezagsloos behandelen! Laten we deze pappa er voor ons vandoor gaan? Laten we hem wegkomen met het rijden zonder licht en het negeren van onze vordering te stoppen? Of gaan we er alles aan doen om hem staande te houden… Om hem te bekeuren, ons meer dan terechte punt te maken of simpelweg om hem niet het gevoel te gunnen van ons (de politie) te hebben gewonnen? Ik besluit denk ik wijs door niet naar mijn gevoel te luisteren maar naar mijn geweten te handelen. Mijn gevoel zegt mij namelijk dat ik dit gedrag niet wil pikken, maar mijn geweten baseert zich op ervaring. Daarom weet ik dat hem ervandoor laten gaan de meest veilige keuze is in het belang van het kindje. Zijn kindje nota bene…
Tekst: Politie Rotterdam