We krijgen rond 23.30 uur de melding van een ernstige echtelijke ruzie. De man zou suïcidaal zijn en zich met twee grote messen in de slaapkamer hebben opgesloten. Een politie-onderhandelaar is onderweg. Er is volledige radiostilte afgekondigd zodat de meldkamer en alle eenheden al hun aandacht op dit incident kunnen richten.
Op het adres zijn collega’s in gesprek met de echtgenote van de man. ‘Hij zit boven met een groot vleesmes en een Stanleymes’, vertelt ze. Voor ik naar boven loop, trek ik voor de zekerheid een tweede kogelwerend vest aan over mijn uniform. Boven is een smalle overloop, waar alle kamers op uit komen. De onderhandelaar, die de situatie vreedzaam probeert op te lossen, praat met de man in de slaapkamer. Ik ga achter hem staan, twee collega’s staan ook op de smalle overloop.
Ultimatum
Het gesprek loopt niet goed; de man wil niet praten. We moeten opdonderen uit zijn huis. Hij wordt steeds bozer en grover. Het maakt hem allemaal niets meer uit, hij wil dat we hem neer schieten. ‘Als ik straks naar buiten kom, dan kom ik hard naar buiten en zullen jullie je wapens nodig hebben.’ De man geeft ons een ultimatum. ‘Jullie krijgen nog 5 minuten, dan kom ik en pak ik degene die dan nog niet weg is.’ Zijn woorden maken me bang: als hij op de smalle overloop met zo’n mes de confrontatie met ons zoekt, raakt minimaal één collega gewond of erger.
Zelfmoordactie
Dan begint de man de minuten hardop af te tellen en doet de onderhandelaar een stap terug. We ruilen van plek. Bij ‘1 minuut’ trek ik mijn vuurwapen en fluister tegen mijn collega’s dat ze dat ook moeten doen. Ik ben ervan overtuigd dat de man naar buiten gaat stormen om ons en zichzelf wat aan te doen. Het lijkt erop dat hij dood wil door een politiekogel en dat hij bij zijn zelfmoordactie zoveel mogelijk van ons mee wil nemen. ‘Suicide by cop’, noemen ze dat.
Doodsbedreigingen
Bij ‘nul’ zwaait de deur open. Ik sta klaar met mijn vinger op de trekker. De man, die helemaal naakt is, zwaait met een groot mes en komt op me af. Ik vrees voor mijn leven en dat van mijn collega’s. Ik richt mijn vuurwapen op zijn borst en beveel hem tot twee keer toe om het mes te laten vallen omdat ik anders op hem schiet. Hij doet niet wat ik zeg maar ik heb het idee dat hij even aarzelt.
In een flits besluit ik op zijn benen te richten en druk af. Een rood puntje bloed verschijnt op zijn rechter bovenbeen. Maar nog gooit de man zijn mes niet weg. Ik richt op zijn borst voor een tweede schot. Dan zakt de man toch in elkaar en laat hij zijn mes vallen. We houden hem aan en verlenen eerste hulp. Op weg naar het ziekenhuis uit de man nog steeds doodsbedreigingen aan ons adres. Ik doe aangifte van poging tot doodslag tegen hem.
Geluk
Omdat ik geschoten heb, word ik vier uur lang verhoord door de Rijksrecherche. Die doen onderzoek naar alle gevallen waarin agenten geweld gebruiken en verdachten gewond raken. Na twee maanden komt de uitspraak. De officier van justitie vindt het gebruikte geweld niet alleen proportioneel maar oordeelt ook dat de man van geluk mag spreken dat hij door de kalmte en professionaliteit van het politieoptreden nog leeft.
Denk jij aan zelfmoord? Neem contact op met 113 Zelfmoordpreventie via www.113.nl.